Betaling verbeurde dwangsommen door derde bevrijdt de overtreder van verplichting tot betaling

ABRvS 11 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:15

Als verbeurde dwangsommen worden betaald door een ander dan de overtreder, dan is de overtreder door die betaling bevrijd van zijn verplichting om te betalen.


Het college van B en W van de gemeente Borne had aan de appellant de last onder dwangsom opgelegd om een dienstwoning te slopen. De last werd niet uitgevoerd, waarna het college besloot om de verbeurde dwangsommen (€ 100.000,--) in te vorderen.


Tegen dat besluit maakte de overtreder bezwaar. De dwangsommen werden ondertussen wel betaald, maar door een derde. Niet door de overtreder.


In beroep tegen de ongegrondverklaring van het bezwaar betoogde de overtreder dat verbeurde dwangsommen alleen door de overtreder konden worden betaald, zodat de derde onverschuldigd had betaald. De dwangsom moet, aldus de overtreder, een prikkel zijn voor de overtreder om uitvoering aan de last te geven. Als een derde voor de overtreder kan betalen, dan heeft de dwangsom geen prikkel meer. 


Volgens de overtreder was daarom de invordering, ondanks de betaling, niet voltooid en de invorderingsbevoegdheid was ondertussen verjaard. 

De rechtbank volgde dit betoog niet. In hoger beroep overweegt de Afdeling:
"Bij de beantwoording van de vraag of betaling van een verbeurde dwangsom door een derde bevrijdend werkt jegens de aangeschrevene, zoekt de Afdeling aansluiting bij artikel 6:30, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. Ingevolge deze bepaling kan een verbintenis door een ander dan de schuldenaar worden nagekomen, tenzij haar inhoud of strekking zich daartegen verzet. Naar het oordeel van de Afdeling leidt de aard van het instrument van de last onder dwangsom er niet toe dat betaling door een derde niet kan hebben te gelden als voldoening van een schuld uit verbeurde dwangsommen. Niet kan worden aangenomen dat betaling van een verbeurde dwangsom door een derde elk belang voor de aangeschrevene om aan een last onder dwangsom te voldoen wegneemt en een last onder dwangsom daardoor wordt ontdaan van zijn werking als herstelsanctie. De Afdeling ziet dan ook geen grond voor het oordeel dat betaling van de verbeurde dwangsommen door [bedrijf] niet bevrijdend werkt jegens [appellant]."
Ook de Afdeling komt derhalve tot de conclusie dat de overtreder door de betaling door de derde is bevrijd van de verplichting tot betaling. Van een verjaring van de bevoegdheid tot invordering was dus geen sprake.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten