Een gewaarschuwd café telt voor twee!

ABRvS 2 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2753
Intrekking Drank- en Horecawetvergunning. Sluiting café voor de duur van een jaar wegens aanwezigheid softdrugs. De Afdeling vernietigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat betrokkenheid eigenaar café bij handel in softdrugs een verzwarende omstandigheid is die conform het gemeentelijk beleid sluiting voor een jaar rechtvaardigt in plaats van zes maanden rechtvaardigt. 

De burgemeester van Den Haag heeft bij besluit van 17 juli 2014 een café voor een jaar gesloten en de Drank- en Horecawetvergunning ingetrokken, omdat er in het café een relatief grote hoeveelheid softdrugs werd aangetroffen. De café-eigenaar ging in beroep tegen het besluit tot ongegrondverklaring van zijn bezwaar tegen die beslissing. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft de beslissing op bezwaar vernietigd, zelf in de zaak voorzien door een sluiting van zes maanden uit te spreken en het besluit van 17 juli 2014 herroepen voor zover de vergunning werd ingetrokken.

De burgemeester stelt in hoger beroep dat de voorzieningenrechter ten onrechte zo oordeelde. De Afdeling volgt de burgemeester in zijn stelling dat de betrokkenheid van de café-eigenaar bij de handel in softdrugs, die blijkt uit het aantreffen van een handelshoeveelheid softdrugs, een verzwarende omstandigheid is. Vanwege die omstandigheid kon de burgemeester op grond van het gemeentelijk beleid, dat bij een eerste overtreding de keuze biedt tussen sluiting voor drie, zes of twaalf maanden, in redelijkheid tot de sluiting van het café voor de meest vergaande periode van twaalf maanden overgaan.

Verder stelt de Afdeling vast dat in beroep geen gronden zijn aangevoerd tegen de intrekking van de horecavergunning. De voorzieningenrechter heeft dus ten onrechte een grond gevonden voor het oordeel dat de burgemeester de vergunning ten onrechte heeft ingetrokken. De Afdeling overweegt dat de intrekking van de exploitatievergunning past binnen het doel en de strekking van het beleid en vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter ook op dat punt.

Uit deze uitspraak blijkt nog eens dat het bij de uitoefening van de openbare ordebevoegdheden van de burgemeester bij uitstek van belang is dat het beleid dat aan de uitoefening van die bevoegdheden ten grondslag ligt duidelijk en inzichtelijk is. In dit geval kon de café-eigenaar uit het duidelijke gemeentelijke beleid opmaken dat het voorhanden hebben van een handelshoeveelheid softdrugs kon leiden tot de sluiting van het café en de intrekking van de exploitatievergunning. En een gewaarschuwd café telt voor twee!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten