Invorderingsbesluit bevat geen aanmaning

ABRvS 20 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:114
Invordering verbeurde dwangsom. Afdeling oordeelt dat uit besluit tot invordering onvoldoende volgt dat ook wordt aangemaand.

Het college van B en W van de gemeente Reusel-De Mierden besloot om over te gaan tot het invorderen van een verbeurde dwangsom. In het besluit is onder het kopje 'Besluit' vermeld dat appellant op basis van de beschikking een bedrag van € 40.000,00 dient te voldoen binnen twee weken na verzenddatum van de brief. Vervolgens is vermeld dat indien appellant niet tijdig betaalt een gerechtsdeurwaarder wordt ingeschakeld. De kosten die daarvoor moeten worden gemaakt, zullen naast het dwangsombedrag, de kosten van de aanmaning en de opgelopen wettelijke rente op appellant worden verhaald. Tot slot is vermeld dat het college op dat moment vertrouwt op de vrijwillige betaling binnen de gestelde termijn.

In de procedure bij de Afdeling voert appellant aan dat de bevoegdheid tot invordering inmiddels is verjaard omdat er meer dan een jaar is verstreken sinds het verbeuren van de dwangsom en het college tijdens dat jaar heeft nagelaten de verjaring te stuiten of te verlengen. 

Het college betoogt dat de invorderingsbeschikking tevens een aanmaning bevatte en dat de verjaring daardoor tijdig is gestuit. 

De appellant voert allereerst aan dat in hetzelfde geschrift niet een beschikking tot invordering én een aanmaning opgenomen kan worden. Daarmee lijkt de appellant te doelen op de uitspraak van de Afdeling van 28 oktober 2015, waarin de Afdeling oordeelde dat een aanmaning de verjaring eerst stuit nadat de verbeurte van een dwangsom bij besluit is vastgesteld en dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. 

De Afdeling laat in deze procedure in het midden of een invorderingsbeschikking én een aanmaning in hetzelfde geschrift bekendgemaakt kunnen worden. Zij kan dit in het midden laten omdat zij tot het oordeel komt dat de bevoegdheid is verjaard. 

Hoewel in het besluit was vermeld dat de dwangsom binnen twee weken betaald moest worden, dat bij niet tijdige betaling de gerechtsdeurwaarder zou worden ingeschakeld en de kosten die dan gemaakt zouden moeten worden op de appellant zouden worden verhaald, oordeelt de Afdeling dat uit het besluit toch onvoldoende uitdrukkelijk blijkt dat het tevens een aanmaning bevat. De Afdeling weegt daarbij mee dat niet expliciet is vermeld dat het besluit tevens een aanmaning bevat, dat aan de ene kant betaling wordt gevorderd en aan de andere kant vermeld wordt dat het bestuursorgaan vertrouwt op de vrijwillige betaling en dat de kosten van de aanmaning niet in het besluit zijn opgenomen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten