Schijnhandhaving blootgelegd

ABRvS, 27 mei 2015; ECLI:NL:RVS:2015:1663
Verzoek tot handhaving. Bestuursorgaan zegt te zullen handhaven, maar doet dat eigenlijk niet. De Afdeling wijst het bestuursorgaan terecht.

Deze uitspraak van de Afdeling is een goed voorbeeld van een bestuursorgaan dat beweert handhavend op te treden, maar de facto gedoogt. Schijnhandhaving.

Wat was er aan de hand? Een inrichting was in werking buiten de vergunde werktijden. Vrachtauto's reden buiten de vergunde werktijden op de uitrit van de inrichting. Die uitrit was gelegen tegenover een woning. De bewoner van die woning verzocht het college van B en W van Alphen aan de Rijn handhavend op te treden. Het college legde de last op om de inrichting niet buiten de vergunde werktijden in werking te hebben op straffe van verbeurte van een dwangsom voor iedere keer dat bij een controle zou blijken dat de last niet werd nageleefd.

Een half jaar later, in januari 2013, besluit het college dat verbeurde dwangsommen tot 1 september 2013 niet zullen worden ingevorderd. Hoewel uit de uitspraak niet exact valt af te leiden waarom het college hiertoe heeft besloten, lijkt het erop dat dit besluit is ingegeven door de verwachting dat vanaf die datum een wijziging van de inrichting vergund kon worden waardoor geen gebruik meer gemaakt zou hoeven te worden van de bewuste uitrit. 

Tegen dit besluit maakt de bewoner bezwaar. Uiteindelijk komt de zaak bij de Afdeling. 

De Afdeling stelt vast dat uitsluitend een dwangsom verbeurd raakt als het college constateert dat de last niet wordt uitgevoerd. Vervolgens stelt de Afdeling vast dat het college na het opleggen van de last geen enkele controle heeft uitgevoerd, zodat er ook geen dwangsommen zijn verbeurd. 

De Afdeling concludeert dat het college op geen enkele wijze de last onder dwangsom heeft geƫffectueerd en dat dat afbreuk doet aan het gezag dat van een last onder dwangsom hoort uit te gaan. De Afdeling oordeelt dat het college niet had mogen beslissen om niet tot invordering van verbeurde dwangsommen over te gaan, zonder eerst met controles na te gaan of de last werd uitgevoerd.

De derde-belanghebbende wordt in het gelijk gesteld, maar schiet daar in de bestuursrechtelijke procedure weinig mee op. Civielrechtelijk kan hij de gemeente aansprakelijk stellen voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van het feit dat het college heeft nagelaten te controleren of de last werd uitgevoerd. Het is dan echter wel aan de bewoner om te bewijzen dat hij schade heeft geleden. Wellicht is dat vrij eenvoudig te bewijzen. Nu het bedrijf wist dat verbeurde dwangsommen niet zouden worden ingevorderd, had het geen reden om zich in te houden.

Het blijft echter onbevredigend als een bestuursorgaan op deze manier de burger bewust met een kluitje het riet in stuurt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten